De moraal van het verhaal
Als klein meisje keek ik op vrijdagavond met mijn moeder mee naar spaghetti Westerns, de Duitse gedubde versie, uiteraard. ’s Avonds, vechtend tegen de slaap, zag ik dan achter een bakje chips hoe het recht zegevierde. Ik weet nog dat ik in die tijd bevlogen was om te weten wie de ‘goede’ en wie de ‘slechte’ was. Je had de good(looking) cowboy, de slechterik (toch vaak de sheriff), en de kwetsbare burger (meestal een vrouw). Zo leerde ik in 1,5 uur hoe de kaarten er voor lagen. De knappe vent is altijd de ‘goeierik’, de slechterik bedriegt, steelt en is bovenal opportunistisch en de kwetsbare burger is bijna altijd een vrouw én de pineut. Haha, dat heeft me toch best gevormd zo in al die jaren -;)
Zo wordt de moraal ons met de paplepel ingegeven, van jongs af aan. Wij voelen feilloos aan wat van ons verwacht wordt en hoe we geacht worden te handelen. Als mens zijn we evolutionair gezien nu eenmaal geprogrammeerd om erbij te willen horen. Daar voelen we ons senang bij. Ook organisaties kennen hun eigen moraal. Ik kom zelden organisaties tegen waar teams of afdelingen openlijk verschillend denken over de organisatie, over de klant, een probleem. Dat is ook wel zo prettig als je een collectief beeld wil uitdragen naar de buitenwereld.
Maar natuurlijk zijn er in deze organisaties medewerkers met andere denkbeelden of visies dan de CEO. Afhankelijk van de moraal van de organisatie, is er wel of geen ruimte om anders te denken. Ik adviseer organisaties altijd om het andersdenken te belonen. Afdelingen waar die ruimte er niet is, blinken niet uit in creativiteit. Het zijn ook vaak de afdelingen waar het geven van feedback gezien wordt als ‘het zagen aan iemands stoelpoten’. Dat hoort niet. En dat terwijl managers en bestuurders in mijn ervaring juist smachten naar verfrissende ideeën en graag feedback willen.
Feedback wordt vaak geassocieerd met iets fout doen. Iedereen heeft geleerd dat fouten maken niet mag. “Stel je voor dat ik nu deze ‘fout’ rapporteer, dan weet ik zeker dat wanneer ik zelf iets fout doe, ik hem terug krijg. En als ik telkens fouten maak, is er dan nog wel plek voor mij binnen de organisatie?”
Maar wist je dat de meest briljante uitvindingen zijn begonnen met een probleem of een foutje? Alexander Fleming bijvoorbeeld ontdekte de penicilline per ongeluk nadat hij niet zorgvuldig genoeg het petrischaaltje had afgedekt toen hij met vakantie ging. Hierdoor konden schimmels uit de lucht de bacteriën bereiken in het petrischaaltje en aten deze op (bron: Historiek). Daarmee heeft hij hele generaties gered van een nare dood. Terwijl op het moment zelf hij waarschijnlijk baalde van zijn onachtzaamheid.
Hoe krijg je als manager nu een team dat wel feedback geeft? Een team dat anders durft te denken en ook op zijn bek durft te gaan? Eigenlijk is het heel simpel. Doe het zelf! Maak fouten, deel je blunders, lach erom, maak het goed, leer ervan. En accepteer een ander zijn of haar blunders. Gun je collega’s zelf de luxe om het op te lossen. Wie weet tot welke briljante ingevingen je komt. Kom je er alleen niet uit, beleg dan een creatieve workshop om te sparren over hoe je een probleem nog meer kunt ombuigen naar een kans. Lekker out-of-the-box. De moraal van het verhaal: fouten maken moet! Work hard, play harder!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!